Luc Termont was destijds tewerkgesteld bij de dienst Welzijn in het provinciebestuur van West-
Vlaanderen en kwam vanuit die functie met OCMW – maatschappelijk werk in contact.
Na de start van de organieke wet in 1976 bleek er veel nood te zijn aan vorming en informatie voor de
eerste generatie OCMW maatschappelijk werkers.
Een aantal OCMW maatschappelijk werkers uit West-Vlaamse besturen, namen contact op met de provincie om
deze nood aan te kaarten en zo werd in januari 1978 in West - Vlaanderen het ‘vormingsproject OCMW ‘
gestart.
Elke 3 maanden werd een studiedag georganiseerd om de splinternieuwe OCMW – maatschappelijk werkers te
informeren en te ondersteunen. Tweewekelijks verscheen een editie van ‘OCMW- steuntjes’ met een
verzameling aan informatie en wetgeving. ‘OCMW-steuntjes’ is misschien nog best te vergelijken
met de
huidige uitgave van het VVSG ‘m-weter’
Heel snel bleek dat men zich ook in andere Vlaamse provincies aan het organiseren was en werden
contacten gelegd over de regio’s heen. Zo ontstond in 1983 de Federatie voor OCMW maatschappelijk
werkers (vanaf 1985 als vzw) met volgende doelstellingen:
- Onderling overleg en informatieoverdracht
- De belangenverdediging van de OCMW-maatschappelijk werker
- Het ondersteunen en coördineren van initiatieven en activiteiten van verschillende
overlegorganen
- Het sensibiliseren en inspireren van beleidsvoerenden
De focus lag op het informeren van OCMW – maatschappelijk werkers. Zij waren immers de eerste
daartoe
opgeleide krachten die rond het welzijn van de burgers aan de slag gingen. Daarvoor, binnen het C.O.O.,
waren er weinig opgeleide medewerkers en kwam de burger met zijn of haar vraag vaak bij de voorzitter
terecht. Een belangrijk streven was ook toen al zorgen voor voldoende maatschappelijk werkers. De
slagzin van dat moment was ‘ 1 maatschappelijk werker per 10 000 inwoners’.
Van bij het begin heeft de Federatie voor Vlaamse OCMW – maatschappelijk werkers vzw dus werk gemaakt
van het informeren van maatschappelijk werkers en vooral ook van het sensibiliseren van
beleidsmakers.
Getuige daarvan zijn de talloze brieven aan staatsecretarissen, senatoren en volksvertegenwoordigers,
die ik in ‘mijn’ mappen terugvond.
Een paar voorbeelden:
- Uitwerking van een personeelsnorm (1987)
- Protest tegen cliëntregistratie (1989)
- Acties om aandacht te vragen voor de werkdruk en werklastmeeting (vanaf 1992)
- Studiedag n.a.v. 20 jaar ‘OCMW – wet’ (1996)
- Overleg met kabinet van Vande Lanotte over het wetsvoorstel RMI (2001)
- Overleg met de sociale hogescholen over de opleiding maatschappelijk werk (vanaf 2003)
- Opmaak van een deontologische code specifiek voor OCMW -maatschappelijk werkers (2006)
- Studiedag ‘het OCMW in 2020’ n.a.v. de viering van 25 jaar federatie (2010)
- Bevraging rond de invoer van het GPMI
- Realisatie van een online forum voor OCMW-maatschappelijk werkers
De zoektocht naar evenwicht tussen informeren en vorming geven en ‘syndicaal’ werk voor OCMW-
maatschappelijk werkers van in de beginjaren is tot op de dag van vandaag actueel.
Deze vzw heeft de afgelopen 35 jaar veel verwezenlijkt. Tussen 1985 en nu is er veel veranderd, maar
tegelijk zijn een aantal vragen en knelpunten van toen er nog steeds.
Nu, 35 jaar na het oprichten van de Federatie voor Vlaamse OCMW-maatschappelijk werkers vzw, maken we
werk van een ‘Federatie 2.0.’ Onze belangrijkste vraag aan jullie: Wat kunnen we betekenen voor deze
nieuwe generatie OCMW- maatschappelijk werkers?
Muriel Van Poelvoorde
Secretaris